Hieronder mijn ingezonden stukje naar aanleiding van een
mijns inziens niet zo’n zinvolle discussie over het zingen van Psalmen. Het
artikel werd niet geplaatst evenals mijn vorige, dus blijft er niets anders
over dan de weblog, oordeelt u zelf…
In de discussie over het zingen van berijmde Psalmen
(zaterdag 28 april) voert Marten de Vries plotseling zijn moslimvrienden ten
tonele. Met de opmerking dat zij claimen zich te houden aan alle openbaringen
van God lijkt het wel alsof de aanhangers van Mohammed ons ten voorbeeld
dienen. Mohammedanen zullen Christenen altijd wijs proberen te maken in
dezelfde god te geloven. Dit is nu eenmaal onderdeel van hun dawa, de
islamitische zendingsopdracht, en is hun daarom niet te verwijten. Kwalijk is
het daarentegen wel dat een predikant in zijn missie het onderscheid tussen de
God, JHWJ, van de Bijbel en de koranafgod Allah met zijn manier van uitdrukken
verwaarloost zodat het lijkt alsof wij dezelfde god dienen. Willen wij
werkelijk “onderscheiden waarop het aankomt” (Filippenzen 1:10) dan is het
nodig om in het spreken over de Almachtige geen water bij de wijn te doen. Wij
doen moslims en onszelf te kort door in het spreken over God en Allah de
antithese te veronachtzamen. Overigens is er één ‘psalm’ uit de islam die vaak
klinkt en dat is het Allahu Akbar. Deze klinkt elke dag dwangmatig in
huiskamers en moskeeën. Ook is zij brutaal te horen op straten en pleinen zoals
onlangs zelfs op Urk. Tijdens de geweldplegingen tegen Christenen en bij
onthoofdingen (Openbaring 20:4) van ongelovigen of afvalligen krijgt dit
loflied zelfs een wraakachtig karakter. Met zo’n god zou men toch nog liever
vandaag dan morgen het geloof vaarwel zeggen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten