Twee keer werd ik onlangs geconfronteerd met een wespennest
in mijn omgeving waar ik vrije tijd omzet in ontspanning. De eerste verzameling
geelzwarte misbaksels had zich geconcentreerd rond een bezemsteel. Via een gat
in het houten schuurwandje zag ik mijn toekomstige vijanden naar binnen gaan.
De temperatuur van mijn militaire bloed begon toe te nemen en ik had besloten
de strijd aan te binden met het volk teneinde haar compleet van de aardbodem te
verwijderen. Met een schop had ik de bolwoning eerst losgeweekt van de wand
zodat ik slechts de bezem kon oppakken en deze uit de schuur kon werpen. Dit
lukte goed maar de brokken van het nest vlogen evenwel door de lucht tijdens
mijn sprint om in veiligheid te komen. Fase 1 was evenwel afgerond. De kiem met
de larven lag ergens in de tuin terwijl ik ondertussen een grote wesp gelijk
ene koningin met de zool van mijn teenslipper had laten kennis maken. Fase 2
kon beginnen. Dit bestond uit het molesteren van de resterende volgelingen die
blindelings op de automatische piloot bleven vliegen naar de thuislocatie. Met
een halve baksteen drukte ik een aantal keren gemiddeld zes wespen dood gevolgd
door een kleine sprint naar veilig gebied. Verbaasd was ik van mijn
killersinstinct. Deze was beter ontwikkeld tijdens deze oorlog dan gedurende
vele dampartijen in de laatste interne competitie van damclub Bunschoten.
Enfin, uiteindelijk kwam ik na vier dagen strijd als overwinnaar uit de bus. De
schade was slechts een drietal prikken op borst, hoofd en enkel. Na ruim drie
dagen begonnen deze prikken te zwellen en te jeuken, wat bij mij toch een
vergrote angst voor wespensteken naliet.
Competitie twee verliep op een veel saaiere manier. Ik had weer gezoem gehoord
en wespen zien neerdalen in een muizengat. Hier was een andere oorlogstactiek
nodig, zeg maar een oorlog met chemische wapens. Deze wedstrijd won ik met
vergif in de vorm van wit poeder. Het strooien van dit venijn rond de ingang
moest in de avonduren gebeuren. Het ging goed en het gif deed de rest van de
nacht haar destructieve werk. Hoewel minder spectaculair gaf ook dit mij veel voldoening,
vooral ook omdat ik in deze strijd geen enkele steek had opgelopen. Hoewel ik altijd
op een kinderlijke wijze wil blijven geloven in God kon ik toch de brutale
gedachte dat dit soort dieren een foutje zijn geweest in de schepping maar
moeilijk onderdrukken. Later hoorde ik dat er deze zomer veel wespenvolken onze
natuur verrijken, zodat er welhaast van een wespenplaag gesproken kan worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten